KICKBOKSEN – Vroeger in de ring kenden ze geen medelijden en telde alleen de winst. Nu zijn het goede collega’s.
Viervoudig wereldkampioen K-1 Sem Schilt kreeg vanmiddag in de Fight Game Academy in Zuidlaren bezoek van een oude concurrent: drievoudig wereldkampioen Remy Bonjasky.
Clinic open huis Fight Game Academy Semmy Schilt
Tijdens het open huis heeft iedereen de gelegenheid om kennis te komen maken met de acrtiviteiten van de Fight Game Academy. Zo zijn er verschillende open lessen: Hatha Yoga, Karate, Tai Jutsu, Piloxing en Zumba®. Speciaal voor onze leden heeft Remy Bonjaski een clinic Kickboksen verzorgd. De belangstelling was overweldigend. Schilt was op zijn beurt eind november te gast op de vechtschool van Bonjasky.
Schilt was letterlijk en figuurlijk te groot
In de ring verloor Bonjasky steeds weer van de lange Drent: “Hij was voor mij toch het grootste obstakel om door te komen; letterlijk en figuurlijk. Ik had vooral last van z’n lengte. Hij had een lange voorwaartse trap, daar had ik het meeste moeite mee. Maar als persoon is het een geweldenaar. Het is een goede gozer en hij doet veel goeds voor de sport”, zegt Bonjasky over Schilt.
‘Hakken en zagen’
Op zijn beurt zegt Schilt: “Remy is een hele technische jongen. Hij wilde het altijd heel mooi doen. En ik was meer van het hakken en zagen”.
Tenen recht laten zetten
Schilt zelf kon niet meedoen aan de clinic. Hij is net geopereerd aan z’n tenen van beide voeten. Die hebben tijdens z’n vechtcarrière heel wat opdonders gehad. “Ik heb m’n tenen een paar keer gebroken gehad en nu heb ik ze recht laten zetten”, zegt de reus uit Zuidlaren.
Kleerscheuren
Maar ook Bonjasky is niet zonder kleerscheuren uit z’n topsportcarriere gekomen: “Ik heb een kunstlens in m’n oog en een kapotte linkerknie”.
‘Schilt is een te grote uitdaging’
Normaal gesproken is Bonjasky, net als Schilt klaar met z’n vechtcarrière: “Ik ben met pensioen. Maar ik heb altijd gezegd: als er een leuke uitdaging komt, wil ik dat nog wel doen. Maar Sem Schilt is een te grote uitdaging voor mij”, zegt Bonjasky lachend tot besluit.
Door: Karin Mulder